Ilf en Petrov

U staat mat, kameraad grootmeester!*

Een literair schaakfeestje

De twee grote schaakromans van de twintigste eeuw zijn zonder twijfel de Oostenrijkse roman Schachnovelle van Stefan Zweig en de Russische roman Zasjita Loezjina van Vladimir Nabokov (in het Engels Luzhin's Defense getiteld, in het Nederlands De verdediging).
Minder bekend bij schakers is een boek dat als geheel weliswaar niet over schaken gaat, maar dat wel een hoofdstuk bevat dat helemaal aan schaken gewijd is, en waarin een ander hoofdstuk nog een aardig bijrolletje voor schaken heeft. Ik bedoel de Russische roman De twaalf stoelen uit 1928, van het Russische schrijversduo Ilja Ilf en Jevgeni Petrov, aan wie de rest van deze website is gewijd. Een van de leuke dingen van dit boek is dat hier veel namen en rugnummers worden genoemd: schakers, toernooien en zelfs zetten.
Deze satirische roman draait om een zoektocht naar sieraden, die tijdens de Russische Revolutie in de zitting van een van twaalf stoelen zijn verstopt. Na de revolutie is de huisraad door de nieuwe machthebbers geconfisqueerd en verkocht. De vrouw des huizes vertelt haar neef vlak voor haar overlijden over de sieraden, en deze trekt eropuit, geholpen door de held van het verhaal, Ostap Bender, een vrolijke schelm, vermoedelijk het bekendste en populairste romanpersonage uit de twintigste-eeuwse Russische literatuur. Ze komen bij het zoeken en vinden van de diverse stoelen (uiteraard zitten de sieraden in de allerlaatste) allerlei situaties tegen die de auteurs de gelegenheid geven een sprankelende satire te presenteren op diverse aspecten van de Sovjet-samenleving van die jaren, en dan met name op de Nieuwe Economische Politiek, de beperkte vorm van markteconomie die door Lenin was ingevoerd en die al spoedig door Stalin weer zou worden stopgezet.

Wat het schaken betreft: er komen allerlei namen van bestaande schakers in voor, en het is duidelijk dat de auteurs weten waar ze het over hebben, wat overigens niet betekent dat alle verwijzingen precies 'kloppen'. Ik wil op deze plaats de belangrijkste schaakverwijzingen uit De twaalf stoelen noemen met de bijbehorende reële schaakgebeurtenissen.

Maestro Soedejkin en De werkbank

Zoals gezegd, de roman bevat een kleine schaakepisode en een compleet schaakhoofdstuk. De kleine schaakepisode maakt deel uit van een hoofdstuk over de fabrieksarbeiderskrant De werkbank, die duidelijk geënt is op De stoomfluit, de spoorwegarbeiderskrant waar beide auteurs hun carrière begonnen zijn. Op de redactie van De werkbank staat een van de twaalf stoelen en de krant speelt ook daarnaast nog een kleine rol in het verhaal. Welnu, De werkbank heeft een schaakmedewerker, Maestro Soedejkin geheten, die we bezig zien in de strijd om ruimte in de krant voor zijn schaakrubriek. Deze Soedejkin is waarschijnlijk losjes gebaseerd op Fjodor Doez-Chotimirsky, een Russische subtopper die ook al voor de Revolutie actief was, en die, toen De twaalf stoelen geschreven werd, schaakmedewerker was van De stoomfluit. Als model voor Soedejkin wordt ook wel Nikolaj Grigorjev genoemd, die vooral bekend is geworden door zijn briljante pionnenstudies (bijvoorbeeld deze), en - voor lezers van Krabbé's schaakcuriosa - door zijn nooit gespeelde nederlaag tegen Aljechin. (Zie Tim Krabbé's Chess Curiosities website).
Grigorjev was een belangrijke figuur in de ontwikkeling van het Sovjet-schaak na de Revolutie. Hij was onder andere schaakmedewerker van 30 dagen, het literaire maandblad waarin De twaalf stoelen voor het eerst (in afleveringen) in werd gepubliceerd.
    Grigoryev

Nikolay Grigorjev op het omslag van schaak- en damtijdschrift 64

Het woord is aan Maestro Soedejkin:

"Maar het is vandaag zaterdag! De lezer verwacht de zondagrubriek. Ik heb oplossingen van de problemen, ik heb een charmante studie van Neoenyvako, en ten slotte heb ik…"

Van deze Neoenyvako komt in de grootste studieverzameling ter wereld, de database van Harold van der Heijden, slechts één studie voor. Op internet las ik wel dat hij een belangrijke studiecomponist was, maar dat heb ik verder nergens bevestigd gezien. Zelf heb ik toch ook wel een aantal eindspelstudieboeken, maar Neoenyvako komt er niet in voor. Als probleemcomponist schijnt hij belangrijker te zijn geweest. Waarom hebben de auteurs dan juist Neoenyvako genomen? Het zou kunnen dat de naam een rol speelde: Ilf en Petrov kozen vaak opvallende en grappige namen en de naam Neoenyvako klinkt alsof hij afkomstig is van het werkwoord neoenyvat ('volhouden').

… (hij had al meer dan een maand een mooie Indische partij Tartakower-Bogoljubow liggen)…

Helaas hebben Tartakower en Bogoljubow voor 1928 geen 'Indische partij' tegen elkaar gespeeld. Het lijkt mij aannemelijk dat Ilf en Petrov de partij Tartakower-Bogoljubow, Londen 1927, op het oog hadden. Deze partij is kort voor het ontstaan van de roman gespeeld en was inderdaad een vrij spectaculair gebeuren. Alleen was de opening een Ponziani.

Maestro Soedejkin had de strijd voor de charmante studie van Neoenyvako opgegeven. Hij probeerde dan in elk geval de oplossing van de problemen te redden. Na een strijd die spannender was dan zijn strijd tegen Lasker in het toernooi van San Sebastian veroverde de maestro een plekje ten koste van de rubriek 'Rechtspraak en dagelijks leven'.

Wat kunnen we van deze verwijzing maken? Vóór verschijning van de roman is er twee keer een belangrijk toernooi in San Sebastian gespeeld, en wel in 1911 en 1912. Lasker speelde in geen van beide. Het citaat lijkt te wijzen op een overwinning van 'Soedejkin' op Lasker, en als we kijken naar partijen van Doez-Chotimirsky tegen Lasker, komt er maar één partij in aanmerking: Doez-Chotimirsky-Lasker, St. Petersburg 1909, een uitstekende overwinning van de Rus, een hoogtepunt in zijn carrière. Je kan je voorstellen dat de auteurs om politieke redenen liever niet 'St. Petersburg' wilden opvoeren, en 'Leningrad 1909' zou ook vreemd zijn geweest.

Het interplanetair schaakcongres

Dan nu naar het schaakhoofdstuk. De erfgenaam, Ippolit Vorobjanninov geheten, en de vrolijke schelm Ostap Bender reizen onder valse voorwendselen mee met een schip dat de Wolga afvaart om staatsobligaties te verkopen aan bewoners van aanliggende dorpen en steden. Op het schip bevinden zich maar liefst drie van de twaalf stoelen. In het stadje Vasjoeki vallen ze door de mand en worden ze achtergelaten. Om te overleven en bovendien het schip achterna te kunnen reizen hebben ze geld nodig. Ostap meldt zich bij de plaatselijke schaakclub, doet zich voor als grootmeester en organiseert een schaaklezing annex simultaanseance. En dat niet alleen: om de Vasjoekers warm te maken stelt hij voor van Vasjoeki een schaakstad te maken, door er om te beginnen een groot internationaal toernooi ('Interplanetair Schaakcongres') te organiseren. Qua opkomst is de seance een groot succes, qua resultaat een fiasco: Bender heeft nog maar één keer eerder geschaakt en verliest binnen de kortste keren alles. De twee weten maar ternauwernood het vege lijf te redden, maar het geld is binnen.
Tot zover de korte inhoud van het hoofdstuk. Dan nu wat meer over de vele concrete schaakverwijzingen.

Bij de eerste ontmoeting op de schaakclub zegt Bender tegen de eenogige voorzitter dat hij moe is na het toernooi in Karlsbad. Dit is meteen al mis: het laatste toernooi aldaar dat plaatsvond vóór de handeling van de roman in 1927 was in 1924. Niemand ruikt echter lont. Bender kan weliswaar niet schaken, maar het vervolg leert dat hij de schaakberichten wel volgt: hij heeft in elk geval een heleboel klokken horen luiden, en de klepels weten de Vasjoekers ook niet te hangen. Bluff your way into chess, anno 1927. Bender vertelt over recente schaakervaringen:

"Weet u, Lasker is zich zo vulgair gaan gedragen, er is niet meer tegen hem te spelen. Hij rookt zijn tegenstanders uit met sigaren. En hij rookt expres goedkope exemplaren, zodat de rook zo smerig mogelijk is. De schaakwereld staat op zijn kop."

Het lijkt alsof hij Time Magazine van 14 maart 1927 heeft gelezen. Daarin staat een artikeltje over deze affaire. De relevante passage luidt als volgt: "The traditionally quiet atmosphere of international chess had been disturbed. One M. L. Lederer had accused Dr. Emanuel Lasker, German chess master, onetime world's champion, of employing unfair tactics for the purpose of impairing his opponents' powers to cerebrate. Specifically, Mr. Lederer had charged Dr. Lasker with 1) smoking cigars of semi-lethal composition during his matches, 2) exhaling fumes of same at strategic intervals and with unnecessary force, 3) shouting superfluous orders at attendants, 4) being a nuisance intentionally."
Het hele artikel is erg leuk, maar helaas sinds kort achter een betaalmuur verdwenen.

De plaatselijke schaakclub heeft geen naam en Bender doet enkele voorstellen: 'Het rode eindspel', 'De vierpaardenclub' en 'Kwaliteitsverlies bij tempowinst'. 'De vierpaardenclub' is in de jaren zestig als naam gekozen voor een televisieprogramma over schaken van David Bronstein, dat ongeveer tien jaar op de Sovjet-televisie is uitgezonden. poster De naam 'Kwaliteitsverlies bij tempowinst' is in het Russisch leuker dan in het Nederlands, omdat het niet alleen op schaken slaat, maar ook klinkt als een politieke slogan. Zo was er bijvoorbeeld in 1931 een affiche met de tekst 'Bolsjewistische tempi en hoge kwaliteit'. Je zou deze dubbelzinnigheid beter recht kunnen doen met een wat vrijere vertaling, bijvoorbeeld 'Kwaliteitsverlies bij snelle ontwikkeling'. De poster is hier in een groter formaat te bekijken. (De rest van deze online tentoonstelling is overigens ook de moeite waard.)

Wanneer Bender gaat pleiten voor het organiseren van een toernooi, zegt hij retorisch:

"Wat wist u vroeger over Semmering?"

In dit Oostenrijkse plaatsje was in 1926 een belangrijk toernooi gehouden, dat werd gewonnen door Rudolf Spielmann, die onder andere Nimzowitsch versloeg in een spectaculaire partij. Bender garandeert voor het toernooi van Vasjoeki de deelname van Capablanca, Lasker, Aljechin, Nimzowitsch, Reti, Rubinstein, Maroczy, Tarrasch, Vidmar, dr. Grigorjev en natuurlijk zichzelf.
Dit rijtje is waarschijnlijk niet willekeurig. Aljechin, Nimzowitsch, Vidmar, Rubinstein, Tarrasch en Reti speelden in het zojuist genoemde Semmering 1926. Capablanca (toen nog net wereldkampioen, hij werd in 1927 afgelost door Aljechin), Lasker, Tartakower, Rubinstein en Reti speelden in Moskou 1925. Dit was het eerste grote internationale toernooi dat in de Sovjet-Unie is gehouden. Het toernooi zorgde voor een enorme schaakkoorts in Moskou. Hierover is een korte speelfilm gemaakt door Vsevolod Poedovkin, een van de belangrijke filmpioniers van de Sovjet-Unie. De film heet ook Schaakkoorts en is integraal op YouTube te bekijken. Liefhebbers van film- en/of schaakgeschiedenis doen zichzelf een plezier door de film even te bekijken (zoek op "chess fever"; de film duurt ongeveer een halfuur). Er zijn authentieke beelden te zien van het toernooi, en Capablanca speelt bovendien een kleine rol als vrouwencharmeur in de film.
Andrew Soltis schrijft in zijn mooie boek Soviet Chess 1917-1991: "Men's ties, cuff-links, shirts, or any article of clothing, in fact, that had a chess design was suddenly fashionable". Volgens Soltis werd de schaakkoorts vooral aangewakkerd door de overwining van Iljin-Zjenevski op wereldkampioen Capablanca, die een veelbelovende aanval zag mislukken en werd overrompeld door een vreselijke tegenaanval.
    Capa vs Bogo

Wereldkampioen Capablanca (rechts) tegen Bogoljubow in Moskou 1925

Hoewel er geen bewijs is dat Ilf en Petrov, die in Moskou woonden, het toernooi hebben bezocht, is dit wel zeer waarschijnlijk. Ze hebben het op z'n minst gevolgd. Zie een aparte pagina (Engelstalig) voor meer informatie over dit toernooi en een selectie van interessante partijen.
In het door Bender genoemde rijtje namen resteren dan alleen nog Maroczy en Grigorjev. De laatste speelde niet mee in Moskou 1925, hoewel hij sterker was dan sommige Russen die wel meededen. De auteurs Ilf en Petrov kenden Grigorjev persoonlijk als schaakmedewerker bij het blad waarin ze de roman publiceerden, Mogelijk wilden zij hem een plezier doen door hem als potentiële deelnemer van 'Vasjoeki 1927' op te voeren.
Bender schildert de schaakclubleden voor hoe het schaaktoernooi leidt tot een enorme opleving van Vasjoeki, met nieuwe wegen, spoorwegen, een vliegveld, hotels etc. Hij belooft de Vasjoekers dat hun stad wordt omgedoopt in New Moskou, en Moskou in Oud Vasjoeki. Ze laten zich door hem meeslepen en zien het helemaal voor zich: hun stad die wemelt van bezoekers uit het hele land, ja de hele wereld. De deelnemers an het te organiseren toernooi dienen zich aan, zoals Capablanca, die wordt 'omringd door dames'.
Capablanca


De eenogige voorzitter fantaseert hoe hij Lasker en Capablanca met elkaar verzoent:

De eenogige pakte Lasker bij zijn middel, leidde hem naar de kampioen en zei: "Sluit alstublieft vrede! Ik verzoek het u uit naam van de brede massa Vasjoekers! Verzoening!" Capablanca zuchtte luid, en schudde de oude veteraan de hand en sprak: "Ik heb altijd bewondering gehad voor uw idee om in het Spaans de loper van b5 naar c4 te brengen."

    Lasker

Emmanuel Lasker

Voor zover ik heb kunnen nagaan (maar als ik het mis heb hoor ik het graag) hadden Capablanca een soort vete in de jaren tien, toen Capablanca een match wilde spelen en Lasker dit lang wist tegen te houden. Maar in 1927 was die vete allang verleden tijd. Dat van die loper klopt wel en is bovendien nogal interessant: in zijn wereldkampioenschapsmatch tegen Steinitz in 1894 haalde Lasker 2,5 uit 3 in de partijen die begonnen met de zetten 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 d6 4.d4 Ld7 5.Pc3 Pge7 6.Lc4!? Deze niet helemaal onlogische (de loper wordt onttrokken aan ruil na Pxd4) maar toch wel enigszins curieuze zet speelde hij in de 1e, 3e en 5e partij. De negende partij, die Lasker zelf als zijn beste in de match beschouwde, begon met 1.e4 e5 2. Pf3 Pc6 3.Lb5 d6 4.Pc3 a6 5.Lc4!? Ik denk dat het niet toevallig is dat de auteurs Capablanca Lasker laten prijzen om een nogal onnozel aandoende zet. Alsof Capablanca daarbij nog eens wil benadrukken dat ze allebei wel weten wie de echte wereldkampioen is.

Torre en de deleted scene

Even later is er een scène, die u vergeefs in de Nederlandse vertaling zult zoeken. Dit is een deleted scene, om in dvd-termen te spreken, die niet voorkomt in de versie die tijdens het leven van de auteurs gedrukt is, maar wel in het bewaard gebleven manuscript dat voor recente publicaties van de roman als basis is gebruikt.
Nog steeds in de fantasie van de eenogige komt er een SOS-bericht binnen. Het is de jonge Mexicaan Carlos Torre, die meedeelt zojuist uit het krankzinnigengesticht ontslagen te zijn en graag mee te willen doen. Hij heeft geen geld voor de vlucht, maar de eenogige nodigt hem grootmoedig uit.
Misschien vond de desbetreffende redacteur dit fragment van twijfelachtige smaak getuigen: Torre kreeg in 1926 inderdaad mentale problemen en het is daarna nooit meer goed gekomen met zijn schaakloopbaan. Torre speelde ook mee in het Moskouse toernooi in 1925 en was daar een van de smaakmakers. Hij begon geweldig met vijf overwinningen en twee remises, viel later terug, maar werd toch gedeeld vijfde (van de 21). Hij heeft diverse mooie partijen gespeeld, waaronder de waarschijnlijk beroemdste partij van het toernooi: een overwinning op Lasker met een dameoffer dat tot een zogenaamde Zwickmühle leidde. Te vinden in alle combinatieboeken en als bron voor een compleet hoofdstuk van Tim Krabbé's Nieuwe schaakcuriosa. Logisch dat Ilf en Petrov deze kleurrijke figuur een plaatsje in hun roman wilden geven, maar ook logisch dat de uitgever het niet kies vond om iemands mentale problemen in een humoristische context te gebruiken.
    Torre

Carlos Torre

Ostaps lezing heeft als onderwerp het 'vruchtbare openingsidee'. Hij brengt hierover alleen maar flauwekul te berde. Erg geestig. (Lees het boek vooral.) Wanneer hij hierover is uitgepraat (nogal snel), zegt hij:

"En nu, kameraden, zal ik u enkele geschiedenissen vertellen uit de praktijk van onze geachte hypermodernisten Capablanca, Lasker en Dr. Grigorjev."

Het zal velen van u bekend zijn dat de genoemde schakers juist geen hypermodernisten waren. Het hypermodernisme was in die tijd wel in zwang. In Moskou 1925 werd vaker de Aljechin-verdediging gespeeld dan in Wijk aan Zee 2011. Alle witspelers sloegen overigens snel op d6 en bereikten weinig tot niets. En Reti speelde de Reti, soms met succes, zoals in deze partij tegen toernooiwinnaar Bogoljubow.

Simultaan

Pseudogrootmeester Bender treedt in zijn simultaanseance aan tegen dertig provincialen, van wie de eenogige inmiddels argwaan begint te krijgen. Een mooi detail waaruit blijkt dat Ilf en Petrov goed bekend waren met de schaakwereld:

Velen van [de zwartspelers] waren ontzettend opgewonden en bleven maar in hun schaakboeken kijken, om in hun geheugen de complexe varianten op te frissen waarmee ze het althans tot na de tweeëntwintigste zet hoopten uit te houden.

De seance begint:

[Ostap Bender] liep naar de eenogige, die aan het eerste bord zat, en verplaatste zijn koningspion van veld e2 naar veld e4.
De eenogige drukte meteen zijn handen tegen zijn oren en begon ingespannen na te denken. Door de rijen liefhebbers ritselde het: "De grootmeester heeft e2-e4 gespeeld."


Deze laatste zin is een van de vele uit deze roman die zich in het collectieve geheugen van de Russen hebben genesteld. Toen ik in 2010 en 2011 meespeelde in het Aeroflot-toernooi in Moskou, heb ik een bezoek gebracht aan Alexandra Ilf, de dochter van een van de auteurs, een inmiddels bejaarde dame die veel heeft gedaan voor de literaire erfenis van haar vader. En bij beide bezoeken sprak ze kort na de begroeting met twinkelende ogen: "Grossmejster sygral e2-e4!"
Het mooie is natuurlijk dat de allerbanaalste beginzet zo'n opwinding teweegbrengt. Het is duidelijk dat de inwoners van Vasjoeki nog nooit van hun leven een grootmeester hebben gezien.
Het verloop van de seance wordt beschreven. Ostap speelt op elk bord 1.e4. Na drie zetten staat op achttien borden het Spaans, en op de resterende twaalf de verouderde, maar tamelijk betrouwbare Philidor-verdediging op het bord. Blijkbaar hebben alle zwartspelers 1…e5 gespeeld, wat wel verklaart dat ze Ostap na zijn uitspraak over de hypermodernisten niet als bedrieger hebben ontmaskerd: ze wisten niets van theorie, ondanks die schaakboeken.

Na de opening gaat het snel bergafwaarts met Ostap, die pas voor de tweede keer in zijn leven schaakte. Hij

…offert links en rechts pionnen en zware en lichte stukken.

Aanvankelijk denken de deelnemers dat ze op geniale wijze worden weggespeeld:

De bruinharige [die een dame in de schoot geworpen heeft gekregen] raakte in ontzetting en wilde al meteen opgeven, maar wist zichzelf met een verschrikkelijke wilskracht tot doorspelen te dwingen.
Vijf minuten later weerklonk er een donderslag bij heldere hemel.
"Mat", stamelde de dodelijk verschrikte bruinharige. "U staat mat, kameraad grootmeester!"
Ostap analyseerde de stelling, blameerde zich door de dame 'koningin' te noemen en feliciteerde de bruinharige grootmoedig met zijn overwinning.


Bender verliest de ene na de andere partij, totdat alleen de eenogige nog over is, die in het begin uit zenuwachtigheid enkele fouten gemaakt heeft. Bender probeert een laatste list: ongemerkt stopt hij een zwarte toren in zijn zak. Uiteraard ontstaat daar ruzie over en het is tijd voor de aftocht. Tijdens de achtervolging schreeuwen ze hem achterna: "Houd de grootmeester tegen!" Een mooi detail. Slechtere schrijvers hadden ervan gemaakt: "Houd die bedrieger tegen!"

Hiermee eindigt de schaakinhoud van het boek, tot het schaken bij de ontknoping nog heel even om de hoek komt kijken. Maar dat moet u zelf maar nalezen. Ik wil het slot niet verklappen.

Invloed van de roman


Bender Tot nu toe heb ik het vooral gehad over de invloed van de schaakwereld op De twaalf stoelen. Andersom heeft de roman, en ook zijn vervolg, ook zijn sporen achtergelaten in de schaakwereld. Ik heb de naam van het televisieprogramma van Bronstein al genoemd. Het meest spectaculair is misschien wel de naam 'New Vasjoeki', die in het boek niet voorkomt, maar een logische voortzetting is van het concept van Vasjoeki als 'New Moskou'. Wat komt er meer in aanmerking voor de naam 'New Vasjoeki' dan de Kalmukse hoofdstad Elista? En inderdaad wordt in het Russisch taalgebied deze stad veelvuldig 'New Vasjoeki' genoemd. In sommige opzichten zijn Ostaps plannen voor Vasjoeki in Elista bewaarheid geworden.
    Elista

City Chess in Elista

De stad is wereldberoemd geworden door schaakevenementen. De bewoners hebben niet geprofiteerd van de roem, maar ook in de roman blufte Ostap met zijn beloofde welvaart voor de Vasjoekers. Er staat in Elista een standbeeld van Ostap Bender met een schaakbord onder zijn arm (zie de foto). Oorspronkelijk had Iljoemzjinov, president van Kalmukkië en van de FIDE, in Rio de Janeiro een stuk grond willen kopen om daar een standbeeld te plaatsen: in Het gouden kalf, het vervolg op De twaalf stoelen, is het Ostaps droom om naar Rio de Janeiro te ontsnappen. Uiteindelijk is dit plan niet doorgegaan. Maar dat standbeeld staat er, en wat je verder ook van Iljoemzjinov kunt zeggen, daarvoor ben ik hem dankbaar.
Het begrip New Vasjoeki wordt echter niet alleen voor Elista gebruikt: het heeft zich helemaal losgezongen van het schaken of Ilf en Petrov. Als je het in Google invoert, komen er talloze hits, variërend van een dvd- en gameswinkel op internet tot een idyllisch vakantiepark.

Ilf en Petrov hebben slechts tien jaar samen geschreven, tot Ilfs dood (ten gevolge van tuberculose) in 1937. Petrov, die als 'losse schrijver' wel is blijven schrijven, volgde hem in 1942 toen hij tijdens zijn werk als oorlogscorrespondent met een vliegtuig neerstortte. Het duo is plotseling in de Russische literatuur opgedoken, om er nooit meer weg te gaan. Weliswaar zijn ze in 1949 door de culturele autoriteiten in de ban gedaan (pas in 1956 werden hun boeken weer herdrukt), maar ze zijn tot op de dag van vandaag populair gebleven, zowel bij 'elitaire intellectuelen' als bij het 'gewone volk'. Ze zijn zowel geliefd bij Henk en Ingrid als bij leden van de Linkse Kerk. Hun populariteit is een beetje te vergelijken met die van Van Kooten en De Bie in de jaren tachtig. En net als Van Kooten en De Bie hebben ze hun taal verrijkt met vele raak gekozen uitdrukkingen, die iedereen kent, zonder trouwens altijd te weten dat ze van Ilf en Petrov komen.

Kinderen

Ter illustratie van Ilf en Petrovs populariteit wil ik eindigen met een citaat uit een van Kasparovs prachtige boeken over zijn matches tegen Karpov. Tal: Op maandag 28 juni, om 17.00 u Greenwich-tijd stelde de hoofdarbiter de klokken in werking en de 'kinderen van Lothar Schmid' (volgens een oude uitdrukking van grootmeester Igor Zaitsev) begonnen hun weg.
    Kasparov vs Karpov

Kinderen van Lothar Schmid (boven) en Luitenant Schmidt (onder)

    Panikovsky and Balaganov
Het zou te ver voeren om die 'kinderen van Lothar Schmid' hier helemaal uit te leggen. Het is een variant op de 'kinderen van Luitenant Schmidt' uit Ilf en Petrovs Het gouden kalf, het vervolg op De twaalf stoelen. Mij ontroert de gedachte dat achtereenvolgens Zaitsev, Tal (die overigens zijn afstudeerscriptie heeft geschreven over 'de satire in De twaalf stoelen') en Kasparov dit hebben opgeschreven in de wetenschap dat vrijwel alle Russische lezers de verwijzing zonder verdere toelichting zouden begrijpen.























*Deze tekst is een bewerking van 'Chess fever, Dr. Grigoryev and the Sons of Lothar Schmid', de Engelstalige schaakpagina op deze website. De tekst van die pagina is nog iets uitgebreider, met de schaakverwijzingen in de rest van het werk van Ilf en Petrov en uitgebreidere achtergronden over de schaakgeschiedenis van De Sovjet-Unie uit hun tijd. De invalshoeken van de twee versies zijn anders: de Engelse versie richt zich in eerste instantie op de lezer van Ilf en Petrov die meer wil weten over het schaken in hun werk, de Nederlandse versie op de schaker die iets wil lezen over deze literaire schaakbron.
Voor correcties of aanvullingen op het onderhavige artikel of de Engelse variant houd ik mij aanbevolen. Ik ben te bereiken via het contactformulier op deze site.

Petrov playing chess

Co-auteur Jevgeny Petrov achter het bord



Documentgeschiedenis van deze pagina:

First online - 16/07/2012

© 2006-2010 www.mijn-eigen-website.nl