Vertalen uit het Engels is niet moeilijk. Of wel?
Veel Nederlanders hebben een goede passieve beheersing van het Engels. Wanneer
ze een gewone Engelse tekst lezen, begrijpen ze deze voor een groot deel, soms
zelfs voor 100%. Ook kunnen veel Nederlanders zich schriftelijk heel behoorlijk uitdrukken.
Er wordt weliswaar veel geklaagd dat het geschreven Nederlands van studenten
slechter wordt, en mijn eigen sterke indruk is dat er in de krant meer fouten en kromme constructies staan dan tien, twintig jaar geleden, maar dat neemt niet weg dat veel mensen wel degelijk een goede tekst kunnen schrijven.
Maar als je het Engels begrijpt en ook nog goed kunt schrijven, wat er is dan
zo moeilijk aan vertalen? In modern Nederlands: hoe moeilijk kan het zijn?
Hieronder zal ik in het kort proberen duidelijk te maken wat een goede
professionele vertaler onderscheidt van een behoorlijke amateurvertaler, dus van
iemand die 'goed' Engels en Nederlands kent en 'voor de vuist weg' een tekst
vertaalt. De laatste noem ik voor het gemak even Sjoerd, de goede professionele
vertaler noem ik Bert.
1. Het Nederlands
Het Nederlands van Sjoerd is misschien minder goed dan hij denkt. In het beruchte Nationaal
Dictee maakt hij laten we zeggen dertig fouten. En die zitten niet allemaal in de
categorie 'Przewalskipaard' en 'antimakassartje'. Sjoerd zou bijvoorbeeld best de
volgende zin kunnen opschrijven:
Sjoerd's moeder gaf hen teveel speelgoed helicopters.
En er zijn talloze van dit soort kleine kwesties. Is het 'polshoogte nemen'
of 'poolshoogte nemen'? Zowel Anja als Magritta komen/komt…?
En hoe zit het ook weer met 'joods'?
Tegen dit soort zaken maakt Sjoerd af en toe fouten. Bert heeft kennis over de
spelling grotendeels paraat en als hij iets niet weet, zoekt hij het op.
Dan hebben we grammatica en stijl. Sjoerd schrijft misschien argeloos:
Deze dressing wordt aangeleverd in een spuitfles en moet je zelf toevoegen
aan het voorgerecht.
Sjoerd maakt af en toe dergelijke fouten, maar Bert nooit.
Sommige fouten zijn belangrijker dan andere en veel lezers zal [niet: 'zullen']
zo'n fout niet eens opvallen, maar het draagt enorm bij aan de professionele
uitstraling van een tekst als je erop kunt vertrouwen dat het Nederlands foutloos is.
2. Het Engels
Ook het Engels van Sjoerd is misschien minder goed dan hij denkt.
Weet hij dat
'I have worked in Amsterdam for three years' niet 'Ik heb drie jaar in Amsterdam
gewerkt' betekent?
Weet hij wat
'the last straw' betekent?
En hoe het ook weer
precies zit met 'lie' en 'lay' en de bijbehorende betekenissen en vervoegingen?
3. Het vertalen
De grootste valkuil voor een vertaler is: te dicht bij de (Engelse) brontekst blijven. Dit geldt op alle niveaus:
Woord: 'industry' betekent meestal niet 'industrie', maar 'bedrijfstak'.
'Hate' betekent vaak niet 'haten' maar
.
Helaas is in het Nederlands het anglicistische 'karakter' (in de betekenissen
'(letter)teken' en 'personage') aan een onstuitbare
opmars bezig, maar bij Bert bestaat alleen een Chinese tekst uit karakters.
Uitdrukkingen, idioom: 'Sooner or later' is in het Nederlands niet
'vroeger of later' maar 'vroeg of laat'. 'keep your fingers crossed' is niet
'je vingers gekruist houden' maar
.
Et cetera. De lijst is eindeloos.
De zaak wordt bemoeilijkt doordat onder invloed van vooral Amerikaanse televisie dergelijke
uitdrukkingen veel Nederlanders normaal in de oren klinken en veel Nederlanders
ze ook gebruiken. Er kan een punt komen dat een lelijk anglicisme gewoon goed
Nederlands wordt,
maar de vertaler dient hier conservatief in te zijn. Bert zal nooit schrijven
dat iets 'geen optie' is, of: 'Daar heb je een punt.'
Zinsconstructie: Bijvoorbeeld:
He never came back.
Een goede vertaling hiervan is 'Hij is niet teruggekomen.' Liever niet 'Hij is nooit teruggekomen.' En zeker niet 'Hij kwam nooit terug.'
Sjoerd vertaalt 'She lived in New York until her death' misschien met 'Ze leefde
in New York tot haar dood'.
Ook hier geldt dat Sjoerd, die niet verdacht is op dit soort zaken, makkelijk in de fout gaat.
En veel vertalers, zelfs professionele vertalers, maar vooral amateurvertalers,
zijn minder kritisch op het Nederlands van hun vertaling dan ze zijn
wanneer ze een tekst meteen in het Nederlands schrijven.
Een goede vertaler moet, wanneer dat nodig is, afstand durven doen van de Engelse
brontekst. Je leest wel bij vertaalbureaus of vertalers die hun werk aanprijzen, dat je in
een goede vertaling niet de brontekst 'erdoorheen ziet schemeren'. Ze hebben
gelijk, maar het is wel een waarheid met gradaties.
De mate van
vrijheid die een vertaler zich kan en moet permitteren, hangt enigszins af van
het type tekst. Bij de vertaling van een handleiding of notulen van een
vergadering is een zekere
stroefheid niet altijd erg. Het belangrijkst zijn in dat soort teksten
de inhoud en de duidelijkheid.
Een zaaltekst voor een museum moet wél heel soepel lopen. Inhoud is
belangrijk, maar wanneer de tekst niet lekker leest, haakt de bezoeker af.
Wanneer een tekst een literair karakter heeft, moet de vertaler juist weer
terughoudend zijn met vrij
vertalen. Hij moet niet de eerste de beste Nederlandse zinsconstructie nemen die
lekker bekt en ongeveer hetzelfde betekent als de desbetreffende Engelse zin;
nee, hij moet op zoek naar een vertaling die in alle opzichten zo goed mogelijk
met het Engels overeenkomt. Dit is een valkuil
voor professionele vertalers. Helaas denken
sommige vertalers dat een 'letterlijke' vertaling per definitie niet goed is,
met als gevolg dat ze een uitdrukking of een bepaalde constructie in het
Nederlands gebruiken die anders is dan de Engelse, maar in het Nederlands niet
beter klinkt, en geen recht doet aan de stijl van de brontekst.
Dit zijn heel in het kort enkele belangrijke aspecten waarin een goede,
professionele vertaling zich onderscheidt van een vertaling die is gemaakt door
iemand die behoorlijk goed Engels kent en zich ook aardig in het Nederlands kan
uitdrukken.
Peter Verstegen, een van de belangrijkste literaire vertalers van Nederland,
hanteert in zijn proefschrift Vertaalkunde versus vertaalwetenschap de
richtlijn: 'zo letterlijk als mogelijk, zo vrij als nodig'. Een vertaler die
deze richtlijn verstandig in praktijk brengt en daarbij een grote kennis van de
brontekst paart aan een uitstekende uitdrukkingsvaardigheid in de doeltekst, maakt
goede vertalingen.
Zo'n vertaler is Bert. En ook ik leg daar de lat.